Ingangsdatum: 1 januari 2024
Wie bezwaar maakt tegen een besluit over WOZ of bpm, krijgt vanaf 2024 de vergoeding voor de kosten van het proces zelf.
Wat is er veranderd?
Geeft u professionele hulp (rechtsbijstand) aan burgers of bedrijven als zij bezwaar maken tegen besluiten over de WOZ of de bpm? U heeft bijvoorbeeld een bezwaarbureau? Vanaf 2024 betaalt de gemeente of de Belastingdienst de proceskostenvergoeding direct aan de bezwaarmaker (burgers of bedrijven) zelf. Niet meer aan de organisatie die de juridische hulp geeft.
Ook de vergoeding voor professionele rechtsbijstand en de vergoeding van immateriële schade zijn lager:
- De vergoeding voor professionele rechtsbijstand is verlaagd tot 25% van de huidige vergoeding als de bezwaarmaker gelijk krijgt.
- Als de bezwaarmaker in beroep om andere redenen een vergoeding krijgt, is die vergoeding 10% van de vergoeding in 2023.
- Als de gemeente, Belastingdienst of rechter te lang doet over een uitspraak, dan is de vergoeding van immateriële schade € 50 voor elk half jaar vertraging (dat was € 500).
Het doel van deze wetswijziging is:
- Het moet minder aantrekkelijk zijn voor bezwaarbureaus die burgers en bedrijven gratis helpen (op basis van no cure, no pay) om zoveel mogelijk juridische procedures te starten en deze procedures zo lang mogelijk te laten duren.
- De gemeenten en de Belastingdienst hebben meer tijd voor de behandeling van andere bezwaar- en beroepszaken.
Voor wie?
- ondernemers die een bezwaarbureau hebben
- ondernemers die bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking voor hun bedrijfspand
- ondernemers die bezwaar maken tegen een bpm-aangifte of –naheffing voor hun zakelijke bestelwagen, auto, of motor
Wannneer?
De wijziging is ingegaan op 1 januari 2024.