Werken uw werknemers op hoogte? U moet maatregelen nemen voor valbeveiliging.
Als u op hoogte werkt, of uw werknemers dit laat doen, moet u maatregelen nemen voor valbeveiliging. U bent dit wettelijk verplicht.
Wanneer is valbeveiliging verplicht?
- Uw werknemers werken op een hoogte van 2,5 meter of meer.
- Uw werknemers werken op een hoogte van minder dan 2,5 meter, maar er zijn wel risico's om te vallen.
- Uw werknemers werken op een plek die beweegt of kan gaan bewegen waardoor ze kunnen vallen.
Hoe zorgt u voor valbeveiliging?
Om uw werknemers te beschermen tegen valgevaar, moet u het volgende doen:
- U moet een veilige steiger, stelling, bordes, werkvloer gebruiken.
- U moet hekken en leuningen plaatsen.
- U moet openingen in de vloeren en wanden beveiligen.
- Kunt u deze maatregelen niet nemen? Dan moet u vangnetten plaatsen, veiligheidsgordels en vallijnen gebruiken.
Wilt u weten welke risico's op valgevaar er zijn? Doe een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Zo weet u welke valbeveiliging het meest geschikt is per situatie.
Niet alleen u als werkgever moet maatregelen nemen. Ook uw werknemer moet er alles aan doen om het werk op hoogte veilig uit te voeren. Als een werknemer de valbeveiliging verkeerd gebruikt, of de beveiliging verandert of verplaatst, kan deze een boete krijgen.
Persoonlijke valbeveiliging
Is het niet mogelijk om voor iedereen valbeveiliging, zoals leuningen of hekken te plaatsen? Dan moeten uw werknemers persoonlijke valbeveiliging gebruiken. Bijvoorbeeld een harnasgordel met daaraan een vanglijn.
Een trap of ladder gebruiken
Als u een trap of ladder gebruikt, loopt u het risico te vallen. U moet het gebruik daarom zoveel mogelijk voorkomen. U mag geen ladder gebruiken als u op een hoogte van 7,5 meter of hoger werkt. Een ladder mag ook niet gebruikt worden als werkplek. Alleen om op de werkplek te komen.
Als u of uw werknemers een trap of ladder gebruiken om op de werkplek te komen, moet deze voldoen aan de eisen voor productveiligheid. Deze eisen staan in de wet voor draagbaar klimmaterieel. Uw trap of ladder moet onder meer:
- goedgekeurd zijn (controleer of er een goedkeursticker op zit)
- regelmatig gekeurd worden
- voldoen aan de normen NEN 2484 en NEN EN-131
Bij gebruik van trappen en ladders moet u hierop letten:
- De ladder moet goede steun en grip hebben.
- De ladder moet recht staan, op een stevige ondergrond staan die niet beweegt.
- Rolbare ladders moeten vaststaan voordat ze gebruikt worden.
- Ladders naar een andere verdieping moeten minimaal een meter boven die verdieping uitsteken.
- Hangladders moeten stevig vastgemaakt worden zodat ze niet verschuiven of heen en weer zwaaien.
Valbeveiliging bij hijs- of hefmachine
Werken uw werknemers in een hijs- of hefmachine met een werkbak? Dan moeten zij veilig kunnen werken. Hiervoor moet u het volgende doen:
- Zorg ervoor dat de machine is bedoeld voor personen, niet voor goederen.
- Controleer of de machine voldoet aan de veiligheidseisen. U ziet dat aan de CE-markering.
- Vertel uw werknemers hoe ze de machine veilig gebruiken.
- Controleer regelmatig of uw werknemers de machine op de juiste manier gebruiken.