Zwangere en pas bevallen werknemers hebben rechts op aangepaste arbeidsomstandigheden. Lees waaraan u moet voldoen.
Werknemers moeten in alle fasen van een zwangerschap veilig en gezond kunnen werken. Zij hebben speciale rechten en u moet het werk aanpassen.
Voorlichting over risico's
Vertelt uw werknemer dat zij zwanger is of borstvoeding wil gaan geven? Of heeft uw werknemer een kinderwens? Dan moet u informatie geven over de risico's van het werk voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de werknemer zelf. Risico’s voor een zwangere werknemer zijn:
- zwaar werk (bijvoorbeeld tillen en bukken)
- werken onder grote psychische belasting (bijvoorbeeld stress, hoge werkdruk of agressie)
- werken onder druk, lawaai, trillingen en straling
- onregelmatige werktijden
- werken met gevaarlijke stoffen
- blootstelling aan biologische agentia (bacteriën, virussen en parasieten)
Werk aanpassen
U moet de risico's wegnemen door:
- het werk of de werkplek aan te passen
- de werktijden en/of rusttijden te veranderen
- de werknemer ander werk of vrijstelling van werk te geven
Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
In de risico-inventarisatie en -evaluatie zet u welke maatregelen u neemt om risico’s tegen te gaan voor werknemers die zwanger willen worden, zwanger zijn of borstvoeding geven. Ook legt u vast met welke gevaarlijke stoffen uw personeel werkt. U geeft uw werknemer een kopie van dit onderdeel van de RI&E.
Aangepaste werktijden
Zwangere werknemers en werknemers die pas bevallen zijn, hebben tot 6 maanden na de bevalling recht op aangepaste werktijden. Dit houdt in:
- regelmatige werk- en rusttijden
- extra pauzes in een rustruimte tot maximaal een achtste van de dagelijkse werktijd
- een dienst van maximaal 10 uur
- in een periode van 4 weken niet meer dan gemiddeld 50 uur per week werken, voor een periode van 16 weken is dat niet meer dan gemiddeld 45 uur per week
- geen nachtdiensten doen, behalve als u kunt laten zien dat dit logisch gezien niet kan
Kolven op het werk
U moet uw werknemer de eerste 9 maanden na de bevalling de tijd en ruimte geven om te kolven of borstvoeding te geven. Dat mag zo vaak en zo lang als nodig is. Maar het mag niet langer duren dan een kwart van de dienst. U moet hiervoor een ruimte (lactatieruimte) hebben die rustig en hygiënisch is en die de werknemer kan afsluiten. Is een lactatieruimte op de werkplek niet mogelijk? Dan mag uw werknemer zelf een plek regelen of naar de baby toegaan. De tijd die uw werknemer moet voeden of kolven is werktijd. U moet deze tijd doorbetalen.