Wilt u uw werknemer ontslaan? Of neemt uw werknemer ontslag? U moet allebei op tijd aangeven dat u niet met elkaar verder wilt. Daarvoor is de opzegtermijn. Maar hoe lang is die opzegtermijn?
Wilt u uw werknemer ontslaan? Dan moet u rekening houden met de opzegtermijn. Ook voor een werknemer die ontslag neemt, geldt een opzegtermijn.
Wanneer geldt de opzegtermijn?
De opzegtermijn geldt bij arbeidscontracten voor onbepaalde tijd. En soms bij contracten voor bepaalde tijd, als u daarin met uw werknemer afspreekt dat u allebei tussentijds kunt opzeggen. Opzeggen moet tegen het einde van de maand. Behalve als u met uw werknemer schriftelijk een andere afspraak heeft gemaakt.
Wanneer geldt de opzegtermijn niet?
- Tijdens de proeftijd van een werknemer.
- Als u uw werknemer op staande voet ontslaat.
- Als uw werknemer op staande voet ontslag neemt.
Opzegtermijn werknemer
Uw werknemer heeft een wettelijke opzegtermijn van 1 maand. Dat betekent dat uw werknemer 1 maand voordat hij wil stoppen zijn contract moet opzeggen.
U kunt samen een kortere of langere opzegtermijn afspreken. Die afspraak zet u in de arbeidsovereenkomst. Is de opzegtermijn van uw werknemer langer dan 1 maand? Dan moet uw eigen opzegtermijn minstens 2 keer zo lang zijn. De opzegtermijn voor uw werknemer mag nooit langer zijn dan 6 maanden.
Opzegtermijn werkgever
Uw wettelijke opzegtermijn is minimaal 1 maand en maximaal 4 maanden. Dat betekent dat u uw werknemer 1 tot 4 maanden van tevoren moet vertellen dat u het contract beëindigt. Vaak geldt: hoe langer iemand bij u werkt, hoe langer de wettelijke opzegtermijn.
U mag zelf ook afspraken maken over uw opzegtermijn. Wilt u een kortere opzegtermijn dan uw wettelijke opzegtermijn? Dit kan alleen als de cao dit toestaat. Maakt u zelf geen afspraken en is er ook geen cao? Dan geldt de wettelijke opzegtermijn.
Heeft u een oudere werknemer? Dan geldt soms een langere opzegtermijn dan de wettelijke opzegtermijn. Het gaat om werknemers die voor 1 januari 1999 in dienst zijn gekomen en op deze datum ouder waren dan 45 jaar. De opzegtermijn kan dan maximaal 26 weken zijn.
Vaststellingsovereenkomst
Als u met uw werknemer een beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst sluit, is het opnemen van een opzegtermijn niet verplicht. Uw werknemer heeft wel pas recht op een WW-uitkering na afloop van de opzegtermijn, ook als deze niet in de overeenkomst staat.
Opzegtermijn oudere werknemers
Heeft u een oudere werknemer? Daarvoor geldt soms een langere opzegtermijn dan de wettelijke opzegtermijn. Het gaat om werknemers die:
- al sinds 1 januari 1999 in dienst zijn
- toen ouder waren dan 45 jaar
- en op 1 januari 1999 een langere opzegtermijn hadden dan de huidige wettelijke opzegtermijn.
Vergoeding betalen
Houdt u zich niet aan de opzegtermijn? Dan moet u uw werknemer een vergoeding betalen. Deze vergoeding is het loon dat uw werknemer zou krijgen als u zich wel aan de opzegtermijn had gehouden. In dat geval is het bedrag altijd minimaal 1 maandsalaris.