Brengt u kleding of andere textielproducten op de markt? Deze producten moeten een etiket hebben. Hier zijn regels voor.
Brengt u kleding of andere textielproducten op de markt? Deze moeten een etiket hebben. Zo kan de klant zien waaruit het product bestaat. Ook producten die voor 80% of meer uit textiel bestaan, moeten een etiket hebben. Bijvoorbeeld kampeerartikelen, matrasbedekking en vloerbedekking.
Wat moet er op het etiket voor kleding en textiel staan?
Er zijn regels voor het etiket in kleding en andere textielproducten:
- Het etiket moet duurzaam, leesbaar en zichtbaar zijn.
- Het etiket is in de taal van het land waar het product wordt verkocht.
- Op het etiket staan de materialen waaruit het product bestaat. U moet de namen van de textielvezels uit de lijst van textielvezelbenamingen (Europese Verordening Nr. 1007/2011) gebruiken.
- U mag alleen de termen ‘100%’, ‘zuiver’ en ‘puur’ gebruiken als het product 1 soort textielvezel heeft.
- Heeft het product verschillende delen van een ander materiaal? Dan moet de samenstelling van elk onderdeel op het etiket staan.
- Zitten er dierlijke materialen in het textiel, zoals leer en bont? Dan moet u de volgende zin op het etiket zetten: 'Bevat niet uit textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong'.
Het is niet verplicht om wasvoorschriften voor kleding en andere textielproducten in het etiket te zetten.
Wanneer is geen etiket in kleding en textiel nodig?
De regels voor etiketten gelden niet voor kleding die op maat wordt gemaakt door thuiswerkers, zelfstandige ondernemingen en zelfstandige kleermakers. In Bijlage V van de Europese Verordening Nr. 1007/2011 staan de producten waarvoor een etiket niet verplicht is.
Controle op etiketten
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert de informatie op etiketten van kleding en textielproduct. De NVWA kan maatregelen nemen als de informatie niet klopt.