Wordt uw werknemer ziek? Dan moet u er samen alles aan doen om uw werknemer weer snel en verantwoord aan het werk te krijgen. Het liefst in de eigen functie. Maar als dat niet kan, in een andere functie in uw bedrijf. Of zelfs bij een andere werkgever. Dit staat in de Wet verbetering poortwachter (Wvp).
Eigen werk of passend werk
Uw werknemer moet het liefst zo snel mogelijk weer aan de slag. Maar wat als dat niet kan in de oude functie? Met de oude werkzaamheden? Dan moet u kijken of er ander werk is binnen uw bedrijf. Dit heet passend werk. U krijgt hiervoor advies van de bedrijfsarts. Lukt het niet om binnen uw bedrijf passend werk te vinden? Dan moet u kijken of uw werknemer buiten uw bedrijf weer aan het werk kan.
Wat moet u doen tijdens het re-integratietraject?
U moet verplicht een aantal acties ondernemen. Bijna allemaal binnen een bepaalde termijn.
- U geeft aan de arbodienst of bedrijfsarts door dat uw werknemer ziek is. Dit moet zo snel mogelijk.
- U geeft aan UWV door dat uw werknemer ziek is als hij recht heeft op een Ziektewetuitkering. Dit moet binnen 4 dagen na de ziekmelding.
- U moet starten met een re-integratiedossier. Dit moet binnen 6 weken.
- U maakt samen met uw werknemer een plan van aanpak. Dit moet uiterlijk in de 8e week van de ziekte. UWV heeft hiervoor een format.
- U voert voortgangsgesprekken met uw werknemer. Dit moet iedere 6 weken. Hiervan maakt u steeds een verslag.
- U schakelt een bedrijfsarts in om te beoordelen wat uw werknemer nog wel kan doen. Dit moet binnen 6 weken. De bedrijfsarts maakt een probleemanalyse.
- U vraagt UWV om een deskundigenoordeel als de re-integratie vastloopt.
- U helpt uw werknemer terug te keren naar het eigen werk. Eventueel door taken tijdelijk bij een collega neer te leggen. Of door de werkplek aan te passen of op een andere manier terugkeer mogelijk te maken.
- U kijkt of een andere passende functie mogelijk is als uw werknemer niet kan terugkeren in zijn eigen functie. Lukt dat niet, dan kijkt u of uw werknemer buiten uw bedrijf nog wel aan de slag kan.
Wat moet uw werknemer doen tijdens het re-integratietraject?
Uw werknemer moet volgens de wet zo snel mogelijk weer aan het werk. Hij is daarom verplicht actief mee te werken aan het re-integratietraject. Hierbij hoort onder andere:
- De gezondheidssituatie bespreken met de bedrijfsarts.
- Veranderingen direct doorgeven aan de bedrijfsarts.
- Iedere 6 weken met u de voortgang bespreken.
- Samen met u het plan van aanpak opstellen en dat accorderen.
- Passend werk accepteren als daardoor terugkeer naar werk mogelijk is.
Maar let op. Uw werknemer:
- Hoeft u niet te informeren over de ziekte of arbeidsongeschiktheid. Alleen het ziekmelden is al voldoende.
- Hoeft de bedrijfsarts geen toestemming te geven voor het opvragen van medische gegevens.
- Mag UWV zelf vragen om een deskundigenoordeel als hij het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts.
Houdt uw werknemer zich niet aan deze afspraken? Dan mag u tijdelijk minder loon betalen of zelfs helemaal geen loon betalen.
Eerstejaarsevaluatie
Na 1 jaar ziekte van uw werknemer, blikt u samen terug op het voorgaande jaar. Werkt het plan van aanpak nog? Moet het aangepast worden? Van tevoren kunt u de bedrijfsarts vragen om advies over de verdere re-integratie.
Eindevaluatie en re-integratieverslag
Is uw werknemer na 2 jaar nog niet of niet volledig aan het werk? Dan kijkt u samen wat er nu moet gebeuren. Hiervoor vult u de eindevaluatie in van uw plan van aanpak. De eindevaluatie, uw plan van aanpak en de probleemanalyse van de bedrijfsarts vormen samen het re-integratieverslag. Dit verslag is nodig voor het aanvragen van een WIA-uitkering voor uw werknemer.
Wat als de re-integratie vastloopt?
Loopt de re-integratie vast en komt u er niet uit met uw werknemer? Dan kunt u UWV vragen om een deskundigenoordeel.